Soms komt het in het leven zo dat je een uitvaart wel heel letterlijk kunt nemen.
Mijn ome Jan is overleden.
Jan heeft een grote indruk op mij gemaakt door zijn verhalen en bravour, maar ook omdat ik altijd vond dat hij zo'n leuke vrouw had. En Jan had ook een lachje zoals mijn broer die ook heeft. Een wat kakelende maar hartgrondige lach.
Zijn zoon Erik belde op een goed moment op of het gezin de as van Jan vanaf het schip de as van Jan kon uitstrooien op de Waal. Nou was ik vooral vereerd door dat verzoek, en we hebben eigenlijk meteen een afspraak daarvoor gemaakt.
Op 20 juni om 13:30 voer ik, blijkbaar onder het toeziend oog van Karel, de haven van Nijmegen binnen. En tegen 14:00 was iedereen aan boord.
De vreemde gewaarwording van nichtjes en neven die ik in jaren niet had gezien, en die door een mist van oude herinneringen aan jonge jaren trekken hadden van herkenning. En toch zo van deze tijd waren.
We maakten de touwen los, en voeren langzaam stroomafwaarts langs de kade van Nijmegen. Tot bij de spoorbrug, daar staken we de rivier over naar de oever van Lent. En vandaa ging het rustig stroomopwaarts door de nieuwe recreatievaargeul.
Op het cruciale moment hebben we het schip stilgelegd en heeft Erik zijn toespraak gehouden.
De kleinste kinderen gooiden hun papieren bloemen in het water, de wat grotere mooie gele rozen.
Het water stroomde langzaam voorbij het schip toen Jan er achteraan ging.
Een indrukwekkende stilte begeleidde het moment van afscheid: een gekregen leven dat door zijn kinderen, machteloos over het lot, meegegeven wordt aan de rivier die ook zo veel aan het gezin heeft gegeven.
Boudewijn de Groot zong de bloemen uit het zicht, in ons hart. Begeleidde Jan op zijn laatste tocht naar de zee van het leven.
Het was geweldig om dat moment met de familie te mogen delen.
Mijn ome Jan is overleden.
Jan heeft een grote indruk op mij gemaakt door zijn verhalen en bravour, maar ook omdat ik altijd vond dat hij zo'n leuke vrouw had. En Jan had ook een lachje zoals mijn broer die ook heeft. Een wat kakelende maar hartgrondige lach.
Zijn zoon Erik belde op een goed moment op of het gezin de as van Jan vanaf het schip de as van Jan kon uitstrooien op de Waal. Nou was ik vooral vereerd door dat verzoek, en we hebben eigenlijk meteen een afspraak daarvoor gemaakt.
Op 20 juni om 13:30 voer ik, blijkbaar onder het toeziend oog van Karel, de haven van Nijmegen binnen. En tegen 14:00 was iedereen aan boord.
De vreemde gewaarwording van nichtjes en neven die ik in jaren niet had gezien, en die door een mist van oude herinneringen aan jonge jaren trekken hadden van herkenning. En toch zo van deze tijd waren.
We maakten de touwen los, en voeren langzaam stroomafwaarts langs de kade van Nijmegen. Tot bij de spoorbrug, daar staken we de rivier over naar de oever van Lent. En vandaa ging het rustig stroomopwaarts door de nieuwe recreatievaargeul.
Op het cruciale moment hebben we het schip stilgelegd en heeft Erik zijn toespraak gehouden.
De kleinste kinderen gooiden hun papieren bloemen in het water, de wat grotere mooie gele rozen.
Het water stroomde langzaam voorbij het schip toen Jan er achteraan ging.
Een indrukwekkende stilte begeleidde het moment van afscheid: een gekregen leven dat door zijn kinderen, machteloos over het lot, meegegeven wordt aan de rivier die ook zo veel aan het gezin heeft gegeven.
Boudewijn de Groot zong de bloemen uit het zicht, in ons hart. Begeleidde Jan op zijn laatste tocht naar de zee van het leven.
Het was geweldig om dat moment met de familie te mogen delen.