Een herinnering aan hen die ons verlaten hebben
Hier een plaatsje voor familieleden die ons hebben verlaten: een levensverhaal (kort of lang), een gedicht. Misschien nog een foto, een video en als het mogelijk is ook een afdruk van het bidprentje.
Greet Kersten- Keultjes
Greet
Behoud het goede
Greet (Greetje, zegt Cobie) is van mijn jeugd. Hou oud is ze, zeventien? En waarom is ze zo vaak bij ons? Als vriendin van Trees denk ik, of toen al voor Jan. Hoe jong ben ik dan? Zeven of zo, kind genoeg om bij Greet op schoot te zitten, want ze leest me voor. Uit schoolblad De Engelbewaarder, het verhaal De Schimmelruiter en daarin springt een ridder met zijn zoon (meestal zonen toen) te paard van een brug in de Donau, zo ontkomt hij aan achtervolgende Magyaren. Mogelijk ontleen ik dat zoontje aan Erlkönig:
Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.
(…).
of aan Prins Valiant, want die nam zoon Arn ook wel mee uit rijden geloof ik, maar de herinnering gaat niet om het verhaal, maar om Greet die ’t menneke voorleest. Zeker heeft ze ook gezongen want dat kon ze prachtig, maar dat zal dan niet voor ’t menneke alleen geweest zijn: je kunt niet alles hebben. Jan betaalde mijn eerste pianolessen, om zijn geliefde te kunnen begeleiden? Ik speelde The Holy City, aardse akkoorden voor een hemelse voice of an angel.
Last night I lay a-sleeping
There came a dream so fair,
I stood in old Jerusalem
Beside the temple there.
I heard the children singing,
And ever as they sang
Methought the voice of angels
From heaven in answer rang,
Methought the voice of angels
From heaven in answer rang.
Jerusalem! Jerusalem!
Lift up your gates and sing,
Hosanna in the highest!
Hosanna to your King!
Later komt ze niet meer voor Trees en al helemaal niet voor mij. Ze komt voor Jan, ze gaat met Jan, ze gaan varen, krijgen kinderen, en vertonen bijbelse trekjes, al denk ik niet dat Jan Paulus’ brief heeft gelezen (Greet zou zo maar kunnen).
1 Tessalonisenzen 5.21: Onderzoek alles, behoud het goede. Jan onderzocht alles, van de rechtvaardigheid van tien uur nachtrust (aan die strijd heeft hij spectaculair bijgedragen) tot aan iets andere regels bij het rikken, om een dwarsstraat te noemen. Maar ja, Greet houdt niet van dwarsstraten, en zo is het gekomen dat we strikte Helmondse rikregels dienen na te leven, in elk geval op Zwartkopstraat numero 10. Zij hoeft niet zo te onderzoeken of je met die kaarten solo kunt spelen. Eerder behoudt ze het goede, en wint daarmee best vaak, liefst met de pot.
Op 29 september 2016 is voor Greet het spel gespeeld, zomaar ineens. Jan heeft zes jaar eerder al moeten passen. Bij diens asverstrooiing over de Waal schreef Han (van Antoon van Jan) voor de familiesite (http://familiekersten.weebly.com/) een mooie tekst. De eerste zin luidt:
Jan heeft een grote indruk op mij gemaakt door zijn verhalen en bravoure, maar ook omdat ik altijd vond dat hij zo'n leuke vrouw had.
Met de bravoure van de onderzoeker het leuke, het goede behouden. Daarvan een proeve.
Mooi rood vlees, soms een mergpijpje, en veel geduld (bouillon trekken kost tijd): zo legt Greet de basis. Daarbij komen flink wat ballen van half-om-half, grof gesneden bladselderie en twee handjes vermicelli. En wat peper en zout. Voor wie pittiger wil (Jan en de jongens), staan peper en maggi op tafel. Voor wie nóg een bord wil, schept ze nog een keer op, weer met ballen. Makkelijk zat.
Die soep wil ik eten bij wie dan ook, en zelf maken, en vanaf nu staat er maggi op tafel, want die hoort bij zondagse soep, zoals gedachten aan het goede, aan Greet daarbij horen, zolang we het trekken.
Behoud het goede
Greet (Greetje, zegt Cobie) is van mijn jeugd. Hou oud is ze, zeventien? En waarom is ze zo vaak bij ons? Als vriendin van Trees denk ik, of toen al voor Jan. Hoe jong ben ik dan? Zeven of zo, kind genoeg om bij Greet op schoot te zitten, want ze leest me voor. Uit schoolblad De Engelbewaarder, het verhaal De Schimmelruiter en daarin springt een ridder met zijn zoon (meestal zonen toen) te paard van een brug in de Donau, zo ontkomt hij aan achtervolgende Magyaren. Mogelijk ontleen ik dat zoontje aan Erlkönig:
Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.
(…).
of aan Prins Valiant, want die nam zoon Arn ook wel mee uit rijden geloof ik, maar de herinnering gaat niet om het verhaal, maar om Greet die ’t menneke voorleest. Zeker heeft ze ook gezongen want dat kon ze prachtig, maar dat zal dan niet voor ’t menneke alleen geweest zijn: je kunt niet alles hebben. Jan betaalde mijn eerste pianolessen, om zijn geliefde te kunnen begeleiden? Ik speelde The Holy City, aardse akkoorden voor een hemelse voice of an angel.
Last night I lay a-sleeping
There came a dream so fair,
I stood in old Jerusalem
Beside the temple there.
I heard the children singing,
And ever as they sang
Methought the voice of angels
From heaven in answer rang,
Methought the voice of angels
From heaven in answer rang.
Jerusalem! Jerusalem!
Lift up your gates and sing,
Hosanna in the highest!
Hosanna to your King!
Later komt ze niet meer voor Trees en al helemaal niet voor mij. Ze komt voor Jan, ze gaat met Jan, ze gaan varen, krijgen kinderen, en vertonen bijbelse trekjes, al denk ik niet dat Jan Paulus’ brief heeft gelezen (Greet zou zo maar kunnen).
1 Tessalonisenzen 5.21: Onderzoek alles, behoud het goede. Jan onderzocht alles, van de rechtvaardigheid van tien uur nachtrust (aan die strijd heeft hij spectaculair bijgedragen) tot aan iets andere regels bij het rikken, om een dwarsstraat te noemen. Maar ja, Greet houdt niet van dwarsstraten, en zo is het gekomen dat we strikte Helmondse rikregels dienen na te leven, in elk geval op Zwartkopstraat numero 10. Zij hoeft niet zo te onderzoeken of je met die kaarten solo kunt spelen. Eerder behoudt ze het goede, en wint daarmee best vaak, liefst met de pot.
Op 29 september 2016 is voor Greet het spel gespeeld, zomaar ineens. Jan heeft zes jaar eerder al moeten passen. Bij diens asverstrooiing over de Waal schreef Han (van Antoon van Jan) voor de familiesite (http://familiekersten.weebly.com/) een mooie tekst. De eerste zin luidt:
Jan heeft een grote indruk op mij gemaakt door zijn verhalen en bravoure, maar ook omdat ik altijd vond dat hij zo'n leuke vrouw had.
Met de bravoure van de onderzoeker het leuke, het goede behouden. Daarvan een proeve.
Mooi rood vlees, soms een mergpijpje, en veel geduld (bouillon trekken kost tijd): zo legt Greet de basis. Daarbij komen flink wat ballen van half-om-half, grof gesneden bladselderie en twee handjes vermicelli. En wat peper en zout. Voor wie pittiger wil (Jan en de jongens), staan peper en maggi op tafel. Voor wie nóg een bord wil, schept ze nog een keer op, weer met ballen. Makkelijk zat.
Die soep wil ik eten bij wie dan ook, en zelf maken, en vanaf nu staat er maggi op tafel, want die hoort bij zondagse soep, zoals gedachten aan het goede, aan Greet daarbij horen, zolang we het trekken.
Theo Lammerts
Afscheid van Theo
Wie.
Theo. Theo van Jet.
Wat.
Hij is dood.
Waar.
Thuis, bij Jet en de kinderen.
Wanneer.
Op de dag van Corrie, 20 augustus 2016.
Waarom.
Theo was ten einde. Hij kon niet verder.
Zijn geest was op, zijn lichaam versleten.
En nu?
Aangrijpend opgebaard
in verstilde rust,
ligt daar
Theo van Jet,
de mooie mens.
De dode mens.
Zou het troosten dat wij hem volgen?
Slotregels van het gedicht dat Goethe ons influistert:
Die Vögelein schweigen im Walde.
Warte nur, balde
Ruhest du auch.
Dag Theo,
wees gegroet.
Karel.
Wie.
Theo. Theo van Jet.
Wat.
Hij is dood.
Waar.
Thuis, bij Jet en de kinderen.
Wanneer.
Op de dag van Corrie, 20 augustus 2016.
Waarom.
Theo was ten einde. Hij kon niet verder.
Zijn geest was op, zijn lichaam versleten.
En nu?
Aangrijpend opgebaard
in verstilde rust,
ligt daar
Theo van Jet,
de mooie mens.
De dode mens.
Zou het troosten dat wij hem volgen?
Slotregels van het gedicht dat Goethe ons influistert:
Die Vögelein schweigen im Walde.
Warte nur, balde
Ruhest du auch.
Dag Theo,
wees gegroet.
Karel.
Marietje Uijlen- Kersten
Marietje is op 7 september 2011 rustig weggegleden in de tijd. Haar zoon Peter heeft onderstaande herinnering gemaakt:
Zondagochtend Sterrebos
Kijk hoe mooi toch, jongens, al die bloemen op mijn balkon
Zij hieronder is overleden,
altijd naar, zo weggereden,
Ik hoop maar dat ze nog lang bloeien, met wat water en wat zon
En, met jullie alles goed?
Ik verwacht nog wel wat aanloop, met de trein of hier uit Oss
Wil er iemand soms een portje?
Zondagochtend Sterrebos
Peter, melk in de koffie? Nee, bedankt
En wat gaat de tijd toch snel, hè, is ’t nog netjes op het graf?
Papa is al zo lang dood,
Neem toch nog wat krentenbrood,
Is dat echt geen spijs maar schimmel? Snij het er maar even af,
De rest is mooi voor ons maandagochtendclubje.
Is het niet te warm hier binnen, gooi de schuifpui even los,
Toch nog wel een beetje fris, hè,
Zondagochtend Sterrebos
Vroeger op het schip - we deelden alles met elkaar
Jurkjes met linten en strikken,
We lieten elkaar nooit stikken,
En toen, op dat dansfeest later, was toevallig papa daar…
Ik zei nog tegen Joke: afblijven, die is voor mij…
Onze Karel, die wordt ook oud, met zijn grijze harendos,
en dat is dan nog wel de jongste,
Zondagochtend Sterrebos
Nee, ik verf mijn haren echt niet, ’t is nog steeds mijn eigen kleur
Papa niet, die werd vroeg grijs
Artistiek, vond ik, en wijs
Ach, daar komt René aan, wie loopt er even naar de deur?
’t is wel wennen trouwens, die rolator…
Geef de klok nog eens een zetje, het behang daar laat wat los
Wie wil daar morgen eens naar kijken?
Zondagochtend Sterrebos
Peter, melk in de koffie? Nee, doe maar niet
Ik keek laatst nog naar die foto’s waar we als gezin op staan
al die brommers, die gitaren
en jullie, met die lange haren
En dat met een eigen zaak, hè, de hele buurt die keek ons aan
Maar je moet je haar niet meer zo kort knippen, Peter
Jullie hadden toen de Beatles , ik de EO en de Tros
Met Klassiek en Luisterliedjes
Zondagochtend Sterrebos
Zei de buurvrouw: “mevrouw Uijlen, alle kleertjes vies en stuk”
Van die zandbak met dat water,
En dat grote klimrek, later,
Maar dan zei ik mooi: “er is meer zeeppoeder dan geluk”
Waar is trouwens die foto, van jullie in die matrozenpakjes?
Jan die heeft een nieuwe woning en René komt ook naar Oss,
Willen jullie echt geen portje?
Zondagochtend Sterrebos
Peter, echt geen melk in de koffie? Nee, laat maar…
Kijk eens naar dit schilderijtje, daar zie je Roodkapje staan
’t is niet zo mooi als ik zou willen,
Zou het overgaan, dat trillen ?
Wil jij voor een dun penseeltje even naar de Kwast toe gaan?
Hier is mijn bankpasje, de pincode staat erop…
’t moet een lief Roodkapje worden, met een wolfje in een bos
Al mijn derde achterkleinkind
Zondagochtend Sterrebos
’s Avonds? Ach, dan lees ik wat gedichtjes , of ik kijk naar de TV
Van die cel, van nauw twee meter,
Ach, dat ken jij vast wel, Peter
En maandagochtend dan neemt Corrie soms wat films voor me mee
Zo, en nu allemaal stil want ik wil even naar de Paus kijken
Ik heb vannacht weer liggen woelen, alle dekens lagen los,
Zou die nieuwe heup nog aanslaan?
Zondagochtend Sterrebos.
Valt wel mee hoor, met die voeten, het lijkt alleen maar opgezet,
Straks de bloeddruk maar eens nagaan,
Geef mij eens die pot met zout aan…
Ik wil nooit meer naar de Radboud, ik ga wel een uur naar bed
Komt er iemand toevallig nog bij de apotheek?
’t Was trouwens wel een knappe dokter, met dat haar zo lekker los,
Papa had toch ook maar één nier, hè,
Zondagochtend Sterrebos
Peter, melk in de koffie? Nou, doe dan maar…
Och ja? en je drinkt ‘m altijd zwart…
Nooit meer koffie op het flatje,
’t wel wat stiller hier in Oss
Maar – misschien- wat drukker in de hemel…
Maandagochtend…
Zondagochtend Sterrebos
Kijk hoe mooi toch, jongens, al die bloemen op mijn balkon
Zij hieronder is overleden,
altijd naar, zo weggereden,
Ik hoop maar dat ze nog lang bloeien, met wat water en wat zon
En, met jullie alles goed?
Ik verwacht nog wel wat aanloop, met de trein of hier uit Oss
Wil er iemand soms een portje?
Zondagochtend Sterrebos
Peter, melk in de koffie? Nee, bedankt
En wat gaat de tijd toch snel, hè, is ’t nog netjes op het graf?
Papa is al zo lang dood,
Neem toch nog wat krentenbrood,
Is dat echt geen spijs maar schimmel? Snij het er maar even af,
De rest is mooi voor ons maandagochtendclubje.
Is het niet te warm hier binnen, gooi de schuifpui even los,
Toch nog wel een beetje fris, hè,
Zondagochtend Sterrebos
Vroeger op het schip - we deelden alles met elkaar
Jurkjes met linten en strikken,
We lieten elkaar nooit stikken,
En toen, op dat dansfeest later, was toevallig papa daar…
Ik zei nog tegen Joke: afblijven, die is voor mij…
Onze Karel, die wordt ook oud, met zijn grijze harendos,
en dat is dan nog wel de jongste,
Zondagochtend Sterrebos
Nee, ik verf mijn haren echt niet, ’t is nog steeds mijn eigen kleur
Papa niet, die werd vroeg grijs
Artistiek, vond ik, en wijs
Ach, daar komt René aan, wie loopt er even naar de deur?
’t is wel wennen trouwens, die rolator…
Geef de klok nog eens een zetje, het behang daar laat wat los
Wie wil daar morgen eens naar kijken?
Zondagochtend Sterrebos
Peter, melk in de koffie? Nee, doe maar niet
Ik keek laatst nog naar die foto’s waar we als gezin op staan
al die brommers, die gitaren
en jullie, met die lange haren
En dat met een eigen zaak, hè, de hele buurt die keek ons aan
Maar je moet je haar niet meer zo kort knippen, Peter
Jullie hadden toen de Beatles , ik de EO en de Tros
Met Klassiek en Luisterliedjes
Zondagochtend Sterrebos
Zei de buurvrouw: “mevrouw Uijlen, alle kleertjes vies en stuk”
Van die zandbak met dat water,
En dat grote klimrek, later,
Maar dan zei ik mooi: “er is meer zeeppoeder dan geluk”
Waar is trouwens die foto, van jullie in die matrozenpakjes?
Jan die heeft een nieuwe woning en René komt ook naar Oss,
Willen jullie echt geen portje?
Zondagochtend Sterrebos
Peter, echt geen melk in de koffie? Nee, laat maar…
Kijk eens naar dit schilderijtje, daar zie je Roodkapje staan
’t is niet zo mooi als ik zou willen,
Zou het overgaan, dat trillen ?
Wil jij voor een dun penseeltje even naar de Kwast toe gaan?
Hier is mijn bankpasje, de pincode staat erop…
’t moet een lief Roodkapje worden, met een wolfje in een bos
Al mijn derde achterkleinkind
Zondagochtend Sterrebos
’s Avonds? Ach, dan lees ik wat gedichtjes , of ik kijk naar de TV
Van die cel, van nauw twee meter,
Ach, dat ken jij vast wel, Peter
En maandagochtend dan neemt Corrie soms wat films voor me mee
Zo, en nu allemaal stil want ik wil even naar de Paus kijken
Ik heb vannacht weer liggen woelen, alle dekens lagen los,
Zou die nieuwe heup nog aanslaan?
Zondagochtend Sterrebos.
Valt wel mee hoor, met die voeten, het lijkt alleen maar opgezet,
Straks de bloeddruk maar eens nagaan,
Geef mij eens die pot met zout aan…
Ik wil nooit meer naar de Radboud, ik ga wel een uur naar bed
Komt er iemand toevallig nog bij de apotheek?
’t Was trouwens wel een knappe dokter, met dat haar zo lekker los,
Papa had toch ook maar één nier, hè,
Zondagochtend Sterrebos
Peter, melk in de koffie? Nou, doe dan maar…
Och ja? en je drinkt ‘m altijd zwart…
Nooit meer koffie op het flatje,
’t wel wat stiller hier in Oss
Maar – misschien- wat drukker in de hemel…
Maandagochtend…
Jan Kersten Helmond Levensverhaal
Kort levensverhaal van ons Pa.
'We voeren de rivieren op en neer, er veranderde maar weinig. Het was wel druk natuurlijk met al 7 kinderen, allemaal even groot, maar dat nam niet weg dat de liefde bleef en zodoende stond al weer vlug nummer 8 op stapel. We lagen destijds veel in Amsterdam in de ligdagen. De prijzen zakten aldoor maar verder, maar we hadden nog werk. We hadden een zeer rustig leven; papa veel thuis, kinderen zo af en toe naar school.
We lagen met graan in de Houthaven en moesten daarmee naar Wormerveer. Vier weken hadden we rustig gelegen en we waren Amper in Wormerveer gearriveerd, of de baby meldde zich. Jan werd geboren. Een flinke zoon. En als altijd waren we weer blij dat alles achter de rug was en alles goed verlopen. Ondanks de slechte tijd was het wiegje toch weer mooi versierd en alles in orde ‘.
Aldus schreef Oma Kersten in een terugblik op haar leven.
Ons Pa kwam uit een gezin met 15 kinderen. Opgegroeid in de crisisjaren. Door de oorlog werd De Antoon in beslag genomen en gingen ze in Rotterdam aan de wal. Daarna zijn ze naar Oss verhuisd.
Op zijn 15de vond hij het welletjes en ging bij Martien op de Valuas om het vak te leren.
Toen ons Pa in 1949 in dienst moest en hij met kerstverlof thuiskwam, kreeg hij verkering met Greetje, tot op heden zijn steun en toeverlaat.
Ze trouwden in 1954. Eindelijk samen met Greetje de rivieren bevaren. Samen hebben ze heel wat schepen gehad.
Even op een rijtje : de Maas, de Clemence, de Wilhelmina, de Ultra, de Ad, de Luctor, de Christina, de Maria, de Jato, de Carina, de Adu-aticia, de Antoon, de Mawi, de Antoon, de Repos Ailleurs, de Basilea, de Beyca en de Wilmar.
Tijdens al dat varen maakten ze toch nog tijd om voor het nageslacht te zorgen. Het werd een heel gezin : Jan, Toon, Erik, Marga en later kwam Marianne er ook bij.
In 1967 werd ons Pa overspannen en zijn we aan de wal gaan wonen. Een nieuw leven brak aan, een leven vol verplichtingen en walmensen. Hij heeft er nooit echt aan kunnen wennen, hij heeft altijd zijn gedachten bij het varen gehad.
Zijn werk bleef op het water, in Waalwijk op de veerpont, daarna in Helmond op de brug en daarna op de sluis. Dit heeft hij niet lang volgehouden, ambtenaar zijn was niet voor hem weggelegd.
Toen de kinderen het huis uit waren, kwam zijn oude liefde weer bovendrijven. Samen met ons Ma ging hij varen op een passagiersschip op de Belgische Schelde. Een aantal gelukkige en fijne jaren braken aan. Hij leefde weer op : het mooiste wat er was, samen met Greet varen op een schip.
Zo’n tien jaar geleden kreeg ons Pa problemen met zijn gezondheid. Hij werd steeds sneller moe, waardoor hij steeds minder het huis uit kwam. Hierdoor ging hij dingen doen waar hij de deur niet voor uit hoefde. Hij ging ‘kunstwerken’ maken van oude spullen, modelbootjes maken, glas in lood werken maken. De hele familie kwam aan de beurt voor een mooi cadeautje van ons Pa.
Ondanks zijn ziekte bleef ons Pa positief. Hij moest steeds meer inleveren, maar klaagde daar nooit over. Hij verzon telkens weer iets nieuws om mee bezig te zijn. Zijn laatste bootje heeft hij in december nog afgemaakt. Als de kinderen op bezoek kwamen, gaf hij alles. Hij hield nog veel van een stevige pot kaarten met daarbij uiteraard de nodige humor, maar dit kostte hem wel heel veel kruim.
Dankzij de enorme inzet en verzorging van ons Mam, waardoor het mogelijk was om thuis te blijven wonen, heeft hij nog optimaal kunnen genieten van de laatste jaren.
Bedankt Pa voor alles.
Bij de asverstrooing op de Waal:
Lieve Jan, pa en opa.
Wij zijn hier allemaal bij elkaar gekomen om
jouw laatste wens waar te maken
Zo meteen gaan we je uitstrooien in de Waal hier
in Nijmegen
Langs schepen en kribben. Onder bruggen door.
Nog één keer de Waal af
Vergezeld van bloemen zul je langzaam naar zee
drijven. Daar waar ooit al het leven begon
Goede reis en vaarwel
'We voeren de rivieren op en neer, er veranderde maar weinig. Het was wel druk natuurlijk met al 7 kinderen, allemaal even groot, maar dat nam niet weg dat de liefde bleef en zodoende stond al weer vlug nummer 8 op stapel. We lagen destijds veel in Amsterdam in de ligdagen. De prijzen zakten aldoor maar verder, maar we hadden nog werk. We hadden een zeer rustig leven; papa veel thuis, kinderen zo af en toe naar school.
We lagen met graan in de Houthaven en moesten daarmee naar Wormerveer. Vier weken hadden we rustig gelegen en we waren Amper in Wormerveer gearriveerd, of de baby meldde zich. Jan werd geboren. Een flinke zoon. En als altijd waren we weer blij dat alles achter de rug was en alles goed verlopen. Ondanks de slechte tijd was het wiegje toch weer mooi versierd en alles in orde ‘.
Aldus schreef Oma Kersten in een terugblik op haar leven.
Ons Pa kwam uit een gezin met 15 kinderen. Opgegroeid in de crisisjaren. Door de oorlog werd De Antoon in beslag genomen en gingen ze in Rotterdam aan de wal. Daarna zijn ze naar Oss verhuisd.
Op zijn 15de vond hij het welletjes en ging bij Martien op de Valuas om het vak te leren.
Toen ons Pa in 1949 in dienst moest en hij met kerstverlof thuiskwam, kreeg hij verkering met Greetje, tot op heden zijn steun en toeverlaat.
Ze trouwden in 1954. Eindelijk samen met Greetje de rivieren bevaren. Samen hebben ze heel wat schepen gehad.
Even op een rijtje : de Maas, de Clemence, de Wilhelmina, de Ultra, de Ad, de Luctor, de Christina, de Maria, de Jato, de Carina, de Adu-aticia, de Antoon, de Mawi, de Antoon, de Repos Ailleurs, de Basilea, de Beyca en de Wilmar.
Tijdens al dat varen maakten ze toch nog tijd om voor het nageslacht te zorgen. Het werd een heel gezin : Jan, Toon, Erik, Marga en later kwam Marianne er ook bij.
In 1967 werd ons Pa overspannen en zijn we aan de wal gaan wonen. Een nieuw leven brak aan, een leven vol verplichtingen en walmensen. Hij heeft er nooit echt aan kunnen wennen, hij heeft altijd zijn gedachten bij het varen gehad.
Zijn werk bleef op het water, in Waalwijk op de veerpont, daarna in Helmond op de brug en daarna op de sluis. Dit heeft hij niet lang volgehouden, ambtenaar zijn was niet voor hem weggelegd.
Toen de kinderen het huis uit waren, kwam zijn oude liefde weer bovendrijven. Samen met ons Ma ging hij varen op een passagiersschip op de Belgische Schelde. Een aantal gelukkige en fijne jaren braken aan. Hij leefde weer op : het mooiste wat er was, samen met Greet varen op een schip.
Zo’n tien jaar geleden kreeg ons Pa problemen met zijn gezondheid. Hij werd steeds sneller moe, waardoor hij steeds minder het huis uit kwam. Hierdoor ging hij dingen doen waar hij de deur niet voor uit hoefde. Hij ging ‘kunstwerken’ maken van oude spullen, modelbootjes maken, glas in lood werken maken. De hele familie kwam aan de beurt voor een mooi cadeautje van ons Pa.
Ondanks zijn ziekte bleef ons Pa positief. Hij moest steeds meer inleveren, maar klaagde daar nooit over. Hij verzon telkens weer iets nieuws om mee bezig te zijn. Zijn laatste bootje heeft hij in december nog afgemaakt. Als de kinderen op bezoek kwamen, gaf hij alles. Hij hield nog veel van een stevige pot kaarten met daarbij uiteraard de nodige humor, maar dit kostte hem wel heel veel kruim.
Dankzij de enorme inzet en verzorging van ons Mam, waardoor het mogelijk was om thuis te blijven wonen, heeft hij nog optimaal kunnen genieten van de laatste jaren.
Bedankt Pa voor alles.
Bij de asverstrooing op de Waal:
Lieve Jan, pa en opa.
Wij zijn hier allemaal bij elkaar gekomen om
jouw laatste wens waar te maken
Zo meteen gaan we je uitstrooien in de Waal hier
in Nijmegen
Langs schepen en kribben. Onder bruggen door.
Nog één keer de Waal af
Vergezeld van bloemen zul je langzaam naar zee
drijven. Daar waar ooit al het leven begon
Goede reis en vaarwel
Jan Kersten (opa) Gedicht
Vijftien kinderen staan rondom de kist
en staren naar vader
zo stil en zo mooi
het smetteloos kleed en gouden borduursel
dat glanst als een tooi
de handen als altijd
heel stil en beslist.
De zorgzame ogen voor altijd nu dicht
en steeds zoals altijd
de lippen opeen
men zoekt tevergeefs naar een enkele rimpel
maar vindt er geen een
zo vredig en stil
is dat lieve gezicht.
De ogen der kinderen zijn op hem gericht
hun hart krimpt ineen
de feilloze pijn
en daar tussen door
zweeft de trots en de dank
omdat wat mag zijn
een koninklijk beeld
zoals Vader daar ligt.
De zonen staan recht en hun vrouwen er naast
en bij de dochters de man aan hun zijde
de jongere kinderen
van het gezin
en niet een die niet schreide
verbeten om dit machteloos scheiden welhaast.
En brandende kaarsen verspreiden het licht
om schijnen het kruis
als stille bewijze
God nam hem van u
maar geleide hem reeds
naar zijn paradijze
en gaf hem het loon
naar zijn werken verricht.
Stil als een Mater staat zij
uit wiens schoot
de kinderen van hun beiden ontsproten
een blik op het kruis
en God sta haar bij
de kist wordt gesloten.
van: Truus Kersten †
en staren naar vader
zo stil en zo mooi
het smetteloos kleed en gouden borduursel
dat glanst als een tooi
de handen als altijd
heel stil en beslist.
De zorgzame ogen voor altijd nu dicht
en steeds zoals altijd
de lippen opeen
men zoekt tevergeefs naar een enkele rimpel
maar vindt er geen een
zo vredig en stil
is dat lieve gezicht.
De ogen der kinderen zijn op hem gericht
hun hart krimpt ineen
de feilloze pijn
en daar tussen door
zweeft de trots en de dank
omdat wat mag zijn
een koninklijk beeld
zoals Vader daar ligt.
De zonen staan recht en hun vrouwen er naast
en bij de dochters de man aan hun zijde
de jongere kinderen
van het gezin
en niet een die niet schreide
verbeten om dit machteloos scheiden welhaast.
En brandende kaarsen verspreiden het licht
om schijnen het kruis
als stille bewijze
God nam hem van u
maar geleide hem reeds
naar zijn paradijze
en gaf hem het loon
naar zijn werken verricht.
Stil als een Mater staat zij
uit wiens schoot
de kinderen van hun beiden ontsproten
een blik op het kruis
en God sta haar bij
de kist wordt gesloten.
van: Truus Kersten †
Marie Kersten- Kuijpers Gedicht
Ons Oma
Daar zat ze dan, trots op haar troon
een koningin zo waardig
haar brilletje scheef op haar neus
een lieve lach, ze was aardig
Ons Oma, blij met elke keer
dat zij weer oma werd
of over oma en nog meer
het hield haar heel alert
Ons Oma, steeds blij als je kwam
daar moest alles voor wijken
voor haar was elk kind uniek
dat liet zij jou ook blijken
Ons Oma met haar grote hart
met haar betrokken zijn
zij kende ons allemaal, jawel
van jong tot oud, van groot tot klein
ons oma met haar luisterend oor
en met haar scherpe geest
zij luisterde en had je door
jouw bestaan was voor haar een feest
ons Oma die vaak haar verdriet
voor ons wilde verbergen
voor haar was onze toekomst troost
waaraan zij zich kon sterken
ons Oma, stralend middelpunt
van haar eigen prachtig feest
uit dank voor honderd mooie jaren
zijn we allemaal geweest
en wij, we mogen dankbaar zijn
voor elk moment met haar
dat Zij juist onze oma was
dat houdt ons bij elkaar
de wereld huilt, de hemel plenst
zij tranen naar benee
voor haar die als een moeder was
en wij, we huilen mee
Haar boek is dicht, zeg haar gedag
ze is zo mooi zo aardig
op haar gezicht die lieve lach
een Koningin, zo waardig !
(van: Marian, dochter van Annie)
Daar zat ze dan, trots op haar troon
een koningin zo waardig
haar brilletje scheef op haar neus
een lieve lach, ze was aardig
Ons Oma, blij met elke keer
dat zij weer oma werd
of over oma en nog meer
het hield haar heel alert
Ons Oma, steeds blij als je kwam
daar moest alles voor wijken
voor haar was elk kind uniek
dat liet zij jou ook blijken
Ons Oma met haar grote hart
met haar betrokken zijn
zij kende ons allemaal, jawel
van jong tot oud, van groot tot klein
ons oma met haar luisterend oor
en met haar scherpe geest
zij luisterde en had je door
jouw bestaan was voor haar een feest
ons Oma die vaak haar verdriet
voor ons wilde verbergen
voor haar was onze toekomst troost
waaraan zij zich kon sterken
ons Oma, stralend middelpunt
van haar eigen prachtig feest
uit dank voor honderd mooie jaren
zijn we allemaal geweest
en wij, we mogen dankbaar zijn
voor elk moment met haar
dat Zij juist onze oma was
dat houdt ons bij elkaar
de wereld huilt, de hemel plenst
zij tranen naar benee
voor haar die als een moeder was
en wij, we huilen mee
Haar boek is dicht, zeg haar gedag
ze is zo mooi zo aardig
op haar gezicht die lieve lach
een Koningin, zo waardig !
(van: Marian, dochter van Annie)
Jan Kersten, Helmond Stemadvies
Stemverklaring.
Morgen stemmen. Ik PvdA. Nooit begrepen hoe men anders kan kiezen. Christelijken die er geen besef van hebben dat hun Jezus socialist is, zijn volgens mijn opvattingen niet weldenkend. En in mijn strijdbare jaren mochten VVD’ers hun kwalificatie kiezen: dom of slecht. Van de overigen konden de communisten op sympathie rekenen. De rest was electorale verkwisting.
Morgen stem ik Job, en denk aan Jan.
Ieder heeft zijn eigen Jan. Die van Greet is de ware, maar ook die van zijn kinderen, zijn kleinkinderen, zijn familie, vrienden, bekenden. Mijn Jan was mijn baas, is mijn broeder, mijn leermeester in de schone kunsten van het schaken en biljarten, maatje in voetballen (fanatiek), werken (minder fanatiek), drinken, lachen, discussiëren, politiek. Aan Jan heb ik te danken dat ik het socialistische gedachtegoed trouw blijf, ook in omstandigheden waarin dat niet vanzelfsprekend is.
Ieder zijn Jan. Dankzij hem weet niemand beter dan Greet dat het niet altijd meevalt, de sociaal-democratie. Tien uren nachtrust zijn tien uren nachtrust. Dat heeft Jan de sleepbootkapiteins geleerd, en mij. Afspraak is afspraak en als Jan daar ver in ging, is dat waarop ik doel met de ervaringen van Greet. Hij was een vakbondstrijder tegen kapitalistische uitbuiting, lang voor de ONS werd opgericht. Jan was een pionier, zonder daar zelf weet van te hebben.
We hebben het rottigste karwei achter de rug: ruimen vegen. Eindelijk tijd voor ontspanning. Misschien moeten we de luiken teren, of de den verven, of roest steken en plekken in de menie zetten, of schoon schip maken, misschien wordt het tijd voor de beurs (ook ontspannend), maar we gaan voetballen. Schieten op het doel onder de roef, om de vijf goals wisselen. Greet hoort ons zwoegen en roepen en knallen en juichen, en dan is er thee, we houden de boel aardig bij elkaar, heel sociaal allemaal.
Morgen stem ik Job en denk ik Jan.
Karel Kersten,
Zutphen,
8 juni 2010.
Truus Kersten Megen
Als ik denk aan Truus, zie ik een vrijgevochten vrouw. Altijd zichzelf en altijd super sociaal.
Bij Truus was je altijd welkom en of ze nu in de tuin werkte of elders, binnen enkele minuten stond de koffie op tafel en als je trek had kon je er ook een brok kaas of iets anders bij krijgen.
Truus maakte mooie gedichten, daar was ze superieur in.
Toen zij 65 was moesten wij helaas afscheid van haar nemen. Haar laatste woorden aan mij waren:
*Dan hebben we het gehad Toon*
Truus was diep gelovig en is dan ook heel vredig ingeslapen.
antoon.
Bij Truus was je altijd welkom en of ze nu in de tuin werkte of elders, binnen enkele minuten stond de koffie op tafel en als je trek had kon je er ook een brok kaas of iets anders bij krijgen.
Truus maakte mooie gedichten, daar was ze superieur in.
Toen zij 65 was moesten wij helaas afscheid van haar nemen. Haar laatste woorden aan mij waren:
*Dan hebben we het gehad Toon*
Truus was diep gelovig en is dan ook heel vredig ingeslapen.
antoon.