Liesbeth Kersten (van Antoon)
Vlnr: Liesbeth, Antoon, Renata, Ton
Mijn vader is overleden
zachtjes weg-gegleden
Niet meer zijn wijze ogen,
zijn liedjes, zijn humor,
zijn mededogen
met de mensen om hem heen;
zijn optimisme in het algemeen
Zijn spullen worden verdeeld, verkocht,
weggegeven of gaan naar de stort.
Zijn huis wordt ontdaan van ieder spoor:
onverbiddelijk gaat de witkwast er door
De huisbaas kijkt kritisch en is content,
niets herinnert meer aan die ouwe vent
Maar in mijn hoofd zijn de liedjes bewaard
die hij zong vanachter zijn grijze baard
In mijn hart is nog de liefde gebleven
die hij me heeft geleerd, voor het Leven
In mijn ziel is nog méér het vertrouwen
dat eens ook mijn aankomst zal zijn
wél – behouden
zachtjes weg-gegleden
Niet meer zijn wijze ogen,
zijn liedjes, zijn humor,
zijn mededogen
met de mensen om hem heen;
zijn optimisme in het algemeen
Zijn spullen worden verdeeld, verkocht,
weggegeven of gaan naar de stort.
Zijn huis wordt ontdaan van ieder spoor:
onverbiddelijk gaat de witkwast er door
De huisbaas kijkt kritisch en is content,
niets herinnert meer aan die ouwe vent
Maar in mijn hoofd zijn de liedjes bewaard
die hij zong vanachter zijn grijze baard
In mijn hart is nog de liefde gebleven
die hij me heeft geleerd, voor het Leven
In mijn ziel is nog méér het vertrouwen
dat eens ook mijn aankomst zal zijn
wél – behouden
De erfenis
Je zei, aan het eind van je leven
ik heb niets bereikt, niets om weg te geven
ik ben geen directeur, heb geen eigen huis
alleen een paar centen bij de bank in de kluis
Nu kijk ik rond: je foto, de mandoline,
prullaria, een stuk of tien
ze getuigen van jouw bestaan
dat veel verder dan stoffelijk is gegaan
Het belangrijkste dat je met me hebt gedeeld
zit in mijn bloed:
Respect voor de mensen om me heen
Liefde voor het Leven
Vertrouwen in de goede afloop
En niets verwachten, maar blij zijn met wat er is
Rijker kan een erfenis niet zijn
Pa, ik ben blij dat jíj
mijn vader was, bent en blijft
in mijn hoofd en in mijn hart